Les 2: Discriminatie en rasicme
Les 2: Wat is discriminatie?
Discriminatie is het ongelijk behandelen, achterstellen of uitsluiten van mensen op basis van (persoonlijke) kenmerken. Er kan bijvoorbeeld onderscheid worden gemaakt op afkomst, sekse, huidskleur, seksuele voorkeur, leeftijd, religie, handicap of chronische ziekte. Een voorbeeld van discriminatie is iemand een baan weigeren vanwege een van deze kenmerken als die niet relevant zijn. Als iemand zonder rijbewijs solliciteert naar een baan als vrachtwagenchauffeur en wordt afgewezen, dan is dat terecht. Dat is het niet als diegene niet wordt aangenomen, omdat hij of zij vrouw, zwart, moslim of homo is. Dan is er sprake van discriminatie.
Niet alles is discriminatie. Er zijn situaties waarin het niet verboden is om onderscheid te maken tussen mensen. Iemand weigeren voor de functie van receptionist, omdat hij of zij de taal niet goed genoeg beheerst, is geen discriminatie. Het goed beheersen van de taal is namelijk noodzakelijk om de functie goed te kunnen uitvoeren. Iemand weigeren voor die functie, omdat hij of zij een donkere huidskleur heeft, is wel discriminatie. Discriminatie is niet het maken van onderscheid, maar van verboden onderscheid.
Er zijn twee vormen van onderscheid:
- Direct onderscheid: als iemand vanwege persoonlijke kenmerken of eigenschappen anders wordt behandeld. Dit is altijd verboden, tenzij de wet een uitzondering maakt.
- Indirect onderscheid: als een neutrale bepaling, regel of handelswijze specifieke gevolgen heeft voor een groep mensen met een van de in de gelijkebehandelingswetgeving genoemde kenmerken of eigenschappen. Dit is in beginsel verboden, tenzij er een objectieve rechtvaardiging voor is. Dit is bijvoorbeeld het geval indien een persoon van niet-Nederlandse afkomst de Nederlandse taal niet goed beheerst en wordt afgewezen omdat een goede beheersing van de taal noodzakelijk is om de functie van receptionist goed te kunnen vervullen.
In de praktijk bestaat er zowel bewuste als onbewuste discriminatie. Soms wordt het argument gebruikt dat het niet de bedoeling was om te discrimineren. Daarom zou dan geen sprake zijn van discriminatie. In de wet wordt echter geen uitzondering gemaakt voor onbewuste discriminatie. Sterker nog, de intentie doet er niet toe.
Niemand wil gediscrimineerd worden en niemand wil van discriminatie beschuldigd worden. Dat maakt discriminatie een ingewikkeld en beladen begrip. Bovendien geven mensen verschillende betekenissen aan het begrip discriminatie en beoordeelt men situaties en opmerkingen verschillend. Wat de één als een grap bedoelt, kan voor een ander zeer kwetsend zijn. Door deze verschillende opvattingen en het taboe op discriminatie is het moeilijk discriminatie te herkennen en bespreekbaar te maken.